Je camera aftrekken

Om je camera af te trekken moet de link met je activiteit als zelfstandige duidelijk zijn.

Denk je erover om een mooie Canon body te kopen? Een beetje aan de prijzige kant, ja – maar een ware sensatie voor het oog 😉.

De regel is simpel: bij een belastingcontrole moet je kunnen bewijzen dat je foto’s maakt als onderdeel van je zelfstandige activiteit.

Sommige gevallen zijn voor de hand liggend: je bent fotograaf (en verkoopt je foto’s), je bent kunstenaar (en moet bijvoorbeeld op verkenning gaan om inspiratie op te doen), of je verkoopt online zelfgemaakte spullen (en maakt foto’s van je producten voor op de website). Geen zorgen, je kunt de aankoop van je camera in deze gevallen gemakkelijk aftrekken.

Sommige gevallen zijn minder voor de hand liggend, maar toch mogelijk: maak je teamfoto’s? Bijvoorbeeld bij je klant of op zakenreis? Gebruik je deze foto’s in je marketing? Of op je website? Misschien zelfs wel voor je LinkedIn profiel? Zo ja, dan kun je de kosten van de aanschaf van je (mooie) camera aftrekken. Maak er het beste van.

Hoeveel de camera precies kost, heeft geen belang op de mate van aftrekbaarheid. Maar als de belastingdienst de aankoop weigert als beroepskost, zal de impact net zo groot zijn als het bedrag dat aanvankelijk werd afgetrokken.

Gebruik je je camera ook privé?

Als je je camera ook privé gebruikt, is het verstandig om slechts een deel af te trekken, namelijk het professionele deel.

Dit maakt het makkelijker om de uitgave te verantwoorden bij een belastingcontrole.

Vergeet niet de aanschaf van lenzen en al je fotoaccessoires af te trekken.

Dit soort accessoires zijn vaak een stuk duurder dan de kosten van de camera zelf. Zorg er dus voor dat je de volgende uitgaven aftrekt:

• Lenzen (die vaak duur zijn)
• Filters (die vaak stuk gaan)
• Alle accessoires (statief, schouderriem, enz.)
• De software die je gebruikt om je foto’s te bewerken (vb. Adobe Lightroom)